Lieve aarde,
Van fietsen over jouw bol word ik altijd zo blij! Ik geniet van alle grassen uit jouw bodem, die naar me wuiven. Van de wind op m’n huid. Alles is zo mooi! Alles dat ontkiemt en, om licht te vangen, omhoog gaat. Alles dat naar boven reikt leidt mijn oog naar boven. Ik kijk graag naar je voorbij zeilende wolken. Of naar je maan. En soms is fietsen in de regen ook best fijn.
Ik leer me steeds meer te aarden. Om even stil te zijn en om niet teveel in een programma te leven. Zo wil ik een worden met jouw energie. Toch besef ik dat je me in feite ook vreemd bent, want zet me niet alleen in een bos. Dwalen durf ik wel in een stad, maar in je natuur ben ik bang. Ook als het licht is. Want ik besef hoe groot jouw kracht is en hoe nietig de mens is.
Je bent niet maakbaar. En je bent te groot voor door de mens bedachte doelen. Misschien is een plan voor jouw toekomst met de mens eerder vorm te geven met spelregels. Spelregels om niet meer te ‘plukken’ dan we nodig hebben en ook wat voor anderen over te laten. Ook kunnen we van je leren. Met mimicry en om de weg van de minste weerstand in te gaan.
Waarom draai je steeds om je as? En om de zon? Of moeten ik daar niet naar vragen? Is het juist de kunst om zomaar te zijn? Misschien schieten woorden te kort om de toekomst te schetsen. Of schieten ze elk doel voorbij. Lieve aarde, Ik ga proberen vaker mijn woorden los te laten. Om vaker even niet te doen. Om me meer een te voelen met jouw energie.
x x