Lieve Moeder Aarde,
Ik las gisteren over de botsing die jij zo’n 4,3 miljard jaar geleden maakte met een object zo groot als de planeet Mars. Uit deze clash, waar delen van jou loskwamen, ontstond de Maan.
Wanneer ik dit schrijf, staar ik tussendoor naar een bijna volle maan. Ik staar naar een deel van jou dat in een baan om jou heen terechtgekomen is. Ze zeggen dat bijna zeker is dat jouw water van dezelfde bron afkomstig is als het water op de maan.
Wat ik in de bovenstaande zinnen beschrijf, kan toch alleen maar be- en verwondering in beweging brengen?!
De maan, een deel van jou, zoals ik ook een deel van jou ben, van jou en de gehele kosmos. De maan die zo helder het zonlicht en ons natuurlijke cadans reflecteert. In mijn verwondering welt er een gevoel van dankbaarheid en pure Liefde in mij op.
Als kind heb ik vaak gedacht dat ik op de verkeerde planeet terechtgekomen was. Ik begreep maar weinig van wat hoorde, goed of slecht en normaal was. Ik hoorde er nooit echt bij, voelde me nooit echt thuis. Ik dagdroomde graag en het allerliefste liet ik me meenemen door mijn fantasie en verbeelding.
Zelfs als volwassen vrouw voelde ik me vaak een vreemdeling. Niet van hier, geen echte aardbewoner.
Nieuwsgierig en met een gevoel van heimwee staarde ik met mijn hoofd in de wolken naar het heelal.
Toen ik een keer heel verdrietig was en het leven pittig en misschien zelfs wel oneerlijk vond. Bracht de weerkaatsing van de maan mij troost. In haar zichtbare ritme vond ik houvast toen alles leek te wiebelen. In plaats van met beide voeten bewust op jou aanwezig te zijn, Lieve Moeder Aarde, zweefde ik in mijn verbeelding bij de maan.
Wat ik niet wist en niet kon zien was dat zij een deel van jou is. Dat de maan mij terugbracht bij jou, met beide voeten stevig gegrond. De maan spiegelde mij het dragen dat jij al mijn mensenleven lang deed.
De cadans van de maan waar ik mij zo bij thuis voelde, bleek exact hetzelfde ritme te zijn waarin jij mij altijd al wiegde. Het cyclische ritme van de dagen, seizoenen en al het leven dat uit jou ontstaat.
Ik werd me ervan bewust dat ik in die wiegende beweging, de continue transformatie aan kan, hoe oneerlijk of hoe pittig die ook soms is.
Jouw overvloed overspoelde mij toen mijn gezin en ik het stadsleven verruilde voor het zilte Zeeuwse kustleven. De continue transformatie, de wisselwerkingen, het verweven zijn, ik werd me er heel helder bewust van. Dit gevoel ging voorbij aan verbonden voelen en het is een één en hetzelfde zijn. Al het leven dat leeft zonder inhouden, een pure Liefde voor het bestaan.
De stranden, de duinen, de bossen, uren, dagen, seizoen heb ik me ondergedompeld in jouw schoonheid. Dwalend en dralend.
Een verademing vergezeld door rouw. De rouw die voelbaar en waarneembaar werd door aanwezig te zijn bij jou en bij alles waar jij de bron van bent.
De rouw omdat ik me bewust begon te worden van een gevoel van Thuis, een gevoel van één zijn met alle natuur. Bewust van een gevoel van gedragen te worden, een gevoel van diepe en intense Liefde.
Ik vond herkenning in de cadans, terwijl ik er zo van verwijderd had geleefd. Ik begon vertrouwen waar te nemen in de continue transformatie.
Ik rouwde en nog steeds bij vlagen, om de vervreemding, die ik voelde en die ik ook zo sterk om mij heen zie. Ik voelde mij verdwaald en buitenAards, terwijl ik al die tijd thuis was bij een Liefdevolle bron.
Als ik even terugga naar dat meisje, die het niet goed dacht te begrijpen en zich anders voelde. Dan weet ik dat zij juist heel helder wist dat zij en alle natuur één zijn. Zij wist het en leefde het in al haar dagdromen en verbeeldingen.
Wat heb ik je in de tussentijd gemist Lieve Aarde. Wat heb ik je gezocht, terwijl je hier was, geduldig en onvoorwaardelijk. En gelukkig nog steeds, want nu ben ik er ook, thuis, een aardeling, een cyclische natuur, continue in verandering.
Ik aanschouw je schoonheid en wat die met mij doet, daar geef ik liefdevolle expressie aan.
Ik schrijf erover, vertel, schilder en dompel mij erin onder, als een leergierige jongeling.
Wat ik ervaar, zie, voel en aanschouw maak ik van de wereld. Zonder inhouden wil ik mijn Liefde delen.
Ik heb me misdragen, destructief voor u, de ander en mijzelf. Met angst aan mijn zijde als raadgever.
Lieve Moeder Aarde, ik heb je Lief en ik weet jij hebt mij Lief. Hier wil ik over vertellen, hier wil ik uiting aangeven. En ik beloof je dat te blijven doen!
Ik zal meer en meer bewust meebewegen in jouw cadans en me oefenen in vertrouwen in alle verandering.
Daar waar ik iets kan doen waardoor de Liefde de plek van angst in kan nemen, zal ik dat altijd doen.
Mag ieder mensenkind weten dat jij de bron van al het leven bent. Dat dromen en verbeelding ook natuur zijn. Dat wij allemaal natuur zijn. Mag ieder mensenkind zonder inhouden vanuit Liefde leven. Dat ze zich hiervan bewust blijven een mensenleven lang, bewust van de Liefde voor jou, die altijd in ons allemaal is.
In Liefde,
Blanche