Lieve Aarde,
Ik schrijf je aan met een hoofdletter. Uit respect en bewondering. Het is moeilijk om je te duiden, jou een brief schrijven, dus de juiste woorden vinden, voelt overweldigend. Je bent overal, zo om me heen, altijd. Die dichtheid zorgt ervoor dat ik soms me van je afwend. Ik hou me graag met ‘hoofd’zaken bezig en dan voelt jouw aanwezigheid als, hoe zal ik het aardig zeggen, verstorend, teveel.
Terwijl ik op een bankje in de natuur zit om deze liefdesbrief naar jou te schrijven, zie ik op een paar meter afstand een mooie zwarte merel naar me kijken. Ik kijk terug en zo gaat er zeker een minuut voorbij.
Back to you: Ik lees veel over dat het niet goed gaat met je. Je raakt uitgeput, je temperatuur gaat omhoog, je vervuilt. Dat weerspiegelt zich weer op mij en zo kom ik terecht in een schuldgevoel. Niet fijn dus en zo wil ik niet dat het tussen ons gaat. Elke keer als ik dichterbij je kom, raak ik gefrustreerd en voel ik boosheid opkomen. Snap je dat ik me daarom het liefst van je af wil sluiten? Ik kan dit er gewoon niet bij hebben. Ik heb de rust niet om echt met je te zijn. Dus zoek ik de afleiding, instant beloning en vervulling…
Kijk, lieve Aarde, ik hou dus graag de controle en jij geeft mij niet voldoende zekerheid dat het allemaal wel goed komt. Je kan ook best destructief zijn. Bij jou gaat het van groei, bloei naar doei. Niet zo gek dat ik dan zelf ook graag een beetje mijn lot in eigen hand hou.
Maar ik wil eigenlijk niet dat het zo gaat tussen ons.
Damn…Dit is dan zo’n moment dat ik denk; waar is mijn telefoon, even mijn mail checken..
Ik heb al heel wat zelfwerk gedaan en ik realiseer me dat we een ander gesprek moeten voeren samen. Het gaat natuurlijk niet alleen om mij. Wat heb jij nodig? Ken ik je wel goed genoeg? Hoe kom ik dichtbij je?
Ik weet wat: we gaan samen dansen! Dat deden we vroeger ook, gewoon spontaan zonder dat het mooi hoeft te zijn. Ik volg jouw ritme en tussen het schrijven van deze regels en het kwetter van de vogels, hoor ik zacht:
“Geef mij nu je angst, ik geef je er hoop terug… Geef mij nu de nacht, ik geef je hem morgen terug, Zolang ik je niet verlies, vind ik heus wel een weg met jou”
Ik voel de tranen opwellen, deze woorden raken me diep van binnen. Ik ga het niet analyseren maar besef me dat jij ook dichter bij me probeert te komen. Ik hoef het niet alleen te doen. Jij gaat me niet verlaten.
Terwijl ik hier zit, voel ik een rust over me heen komen. Ik zie steeds meer beweging om me heen, dat ik net niet zag. Ik voel een nieuw ont-moeten.
Er ontstaat een ritme tussen jou en mij. Mijn ademhaling geeft het tempo aan. Ik volg jou en jij volgt mij. Alles valt samen. Ik hoef er geen moeite voor te doen.
Deze ontmoeting tussen ons voelt zo waardevol, dat ik vergeet dat ik een brief aan het schrijven ben. Maar jij schrijft mee en antwoord terug. We lijken toch ook wel erg op elkaar, zeg! Is dat niet wat ze symbiose noemen? Lekker belangrijk hoe het heet, dit is gewoon fijn.
Wij zijn een; ik ben jou en jij bent mij en ik kan me relatie met jou beter maken door de relatie met mezelf te herstellen. Tadddaa!! De liefde die ik nu voor jou voel is ook voor mezelf.
Dank lieve Aarde; ik denk dat het wel goed komt tussen ons…
X Diane