Lieve Aarde,
Ik weet niet eens of ik je met een hoofdletter moet schrijven.
Ben je een Iemand? Ben je een Entiteit?
Of ben je een voorwerp, een “iets” dat we met onderkast schrijven?
Ik ken je niet eens helemaal.
Ik ken je maar voor een heel klein beetje.
Dit mini-landje aan de Noordzee dat maar een heel klein stukje uitmaakt van de veel en veel grotere Atlantische Oceaan die op haar beurt weer veel kleiner is dan de Stille Oceaan …
Zelfs dit mini-landje ken ik niet helemaal.
Er zijn plaatsnamen waarvan ik nog nooit gehoord heb.
Er zijn weggetjes, dijkjes, bossen, weides, meertjes en riviertjes waar ik nog nooit ben geweest.
Jij bent zo veel groter en wijzer dan ik.
En toch …
Toch voel ik me verbonden met jou.
Toch weet ik dat jouw lot afhangt van het mijne.
En dat mijn lot afhangt van het jouwe.
Immers, als jij dood gaat ga ik ook dood.
En als ik niet voor jou zorg krijg jij het moeilijk.
Als ik de uitgebraakte wolken gas zie,
als ik de smurrie op de branding zie,
als ik de omgehakte bomen zie,
als ik de uitgebluste landbouwgronden zie
dan word ik onpasselijk.
Jij bent hier – denk ik toch – vrij onverschillig over.
Jij overleeft het wel.
En je wordt er alleen maar beter van als wij er niet meer zijn.
En toch voelt het voor mij alsof je ons dan niettemin gaat missen.