Lieve Moeder Aarde,
Oh, je draagkracht. Je rondingen, je spinsels. Ik minuutje, ik uurtje. Nog één dagje, dan beter. Dan scheiden, dan conservatie. Verheven, voel ik me soms. Alsof je maakbaar bent. Alsof ik je kan kneden tot iets dat ik graag wil zien, voelen, ervaren.
Totdat je laat weten dat jij jij bent. Je ons om de oren slaat met water, wind, alle sterren lijken te verdwijnen. Ik kan niets anders dan me laten vallen, me laten dragen door jou.
Ik geef het terug. Het recht op maakbaarheid is van jou. Mijn emoties in de grond, diepe wortels naar gevoel. Even stilstaan, terug naar horen. Echt horen, in stilte.
Wat jij me wil vertellen, tot ik dan eindelijk luister.
“Ik leef in jou”, fluister je. En laat je blaadjes vallen. “Draai me rond, keer op keer. Ik wil van je leren.”